Bezorgde ouders - Reve & Joyce?
Terwijl ik op het terras van een Indonesisch restaurant, om de hoek van het Athenaeum Nieuwscentrum, wacht op een vriend, verschijnt er een bericht op mijn telefoon. "Is het echt waar wat ik hier in een voetnoot lees," vraagt Tom Ordelman me via Facebook, "dat Johan en jij op 4
maart 1989 in Het Parool hebben gezegd dat Reve's 'Bezorgde Ouders' een
"meesterwerk is dat zich wellicht kan meten met 'Ulysses' van James
Joyce?"
Ik heb geen flauw idee. Ik antwoord: "Ik zal het straks thuis opzoeken! Ik heb nog nooit wat van Joyce gelezen trouwens."
Het gaat, licht Tom toe, om noot 369 op pagina 317 van "Brieven van een Aardappeleter", bezorgd door Nop Maas.
Thuis zoek ik het op en ik blijk de tekst nog te hebben, inclusief het bevestigingsbericht van de server van Het Parool. Matthijs van Nieuwkerk, een hele jonge hyperactieve man was daar onze chef. We zijn een keer op de redactie geweest en daar droeg Matthijs een baseballpet met Batman-logo.
We schreven het artikel in onze vaste werkkamer in het Arnhemse Rijnhotel. We hadden het boek allebei gelezen, aantekeningen gemaakt maar we hadden er nog niet samen over gesproken. De dag in het hotel was grotendeels omgevlogen zonder dat er veel uit onze handen was gekomen. Eerst koffie op de kamer, dan een lome lunch in het restaurant, terug op de kamer een poosje doen alsof de wereld tijdloos is.
Maar de deadline voor inleveren was die namiddag en op een gegeven moment werd Johan klaarwakker. Ik moest voor de computer gaan zitten (een groot zwaar plastic ding met een naar de maatstaven van nu reusachtig toetsenbord), Johan ging ijsberen en zonder aarzeling en zonder een aantekening erbij te pakken dicteerde hij met zijn kalme bas-stem het volledige artikel. Of hij het al eerder had geschreven en uit zijn hoofd kende of dat de tekst zich vormde terwijl hij sprak, ik wist het niet maar tikte als een bezetene om hem bij te houden en keek tussen de regels verbaasd en blij naar hem. Wat een wonder van een man.
Ik weet niet meer of we het nog hebben uitgeprint om te corrigeren, maar ik denk het niet. Met een draagbaar telefoonmodem dat ik altijd bij me had verzond ik het naar de redactie.
Het was nog geen vier uur. De rest van de dag hadden we weer vrij, denk ik, maar dat zou ik in de brieven uit die tijd moeten opzoeken. Tegen de avond pakten we alles in en wandelden we naar het station waar Johan de trein naar Amsterdam pakte, als het even kon een oude internationale trein die minder vaak zou stoppen en waarvoor moest worden bijbetaald.
Hier is de tekst. Nop Maas heeft het in zijn voetnoot zo bondig geprobeerd te zeggen dat het niet meer helemaal juist is wat hij Johan toeschrijft, maar wat maakt dat uit.
Gerard Reve schreef trouwens even later een licht venijnige brief aan Matthijs van Nieuwkerk. We hadden Bezorgde ouders de laatste roman van Reve genoemd, maar hij was nog lang niet klaar met schrijven en we hadden het daarom volgens Reven beter de meest recente roman kunnen noemen. Daar had hij wel een punt. Johan wilde die brief graag hebben voor zijn verzameling, maar Van Nieuwkerk hield hem zelf ook graag.
KLAAGZANG OM TIJGER
Bijna elke recensent denkt - het is gebleken uit hun besprekingen
- dat Reve's laatste roman BEZORGDE OUDERS zijn uitgangspunt
vindt in zijn debuut, DE AVONDEN. De tekst op de achterkant van
het boek, vermoedelijk door de auteur zelf geschreven, dwingt de
lezer zelfs in die richting. Het is echter de vraag of Reve met
deze verwijzing niet een dwaalspoor heeft uitgezet. Als de roman
BEZORGDE OUDERS verwijst naar een vroegere roman, dan naar
WERTHER NIELAND (1951). In beide geschriften gaat het erom de
dreigende werkelijkheid onschadelijk te maken door een bezwerend
ritueel. In WERTHER NIELAND is sprake van het stichten van
geheime clubs en van planten die gemarteld moeten worden. In
BEZORGDE OUDERS poogt Treger de telkens opkomende angst te
verdrijven door martelfantasieën, nu gericht op jonge jongens.
Het verschil met WERTHER NIELAND is tweeledig: de wijn die zo'n
overmatige plaats inneemt in de gang van het verhaal van BEZORGDE
OUDERS is in WERTHER NIELAND afwezig, en van de openlijk bedreven
solosex is in de vroege romans bijna niets te vinden.
In de zestiger jaren is Reve toegetreden tot de Rooms-Katholieke
kerk, zij het dat hij altijd een wat aparte bekeerling is
gebleven. Vóór zijn bekering was van de verering voor Maria geen
spoor te vinden, daarna krijgt de moederfiguur een prominente
plaats in het werk.
Opvallend is nu de scheiding tussen goed en kwaad, tussen
diegenen die de Moeder vereren, en diegenen die dat niet doen.
Reve verdeelt de mensheid in blank en zwart, katholiek en
niet-katholiek, gezond en suikerziek. Het is niet opportuun in
dit geval van racisme te spreken, want de schrijver ís geen
racist. Op zijn hoogst zou je wensen dat hij wat meer
omzichtigheid had betracht met bij aanbrengen van dit motief -
blank en zwart - in zijn werk. Reve is geïntrigeerd door het
verschil tussen onze beschaving en een andere beschaving die
vitaler is en sterker driftgericht. Het onderscheid tussen
katholiek en niet-katholiek is van eenzelfde aard: de katholieken
vormen in deze fantasiewereld één familie die goed is, en elkaar
herkent, de niet-katholieken zijn buitenstaanders en daardoor
eerder geneigd tot het kwade. De suikerziekte die in de
bezwerende zinswendingen van de schrijver veel gewicht krijgt,
staat niet in verband met angst voor deze aandoening, maar met de
rituele opvatting dat een zieke onrein is, en dientengevolge geen
actieve of zelfs maar passieve rol kan spelen in de eredienst.
Voldoende voorbeelden hiervan zijn overgeleverd uit de oudheid en
de moderne tijd. Zelfs een licht beschadigd lichaam gold in de
griekse oudheid als onrein. Een gesnedene, dat wil zeggen een man
die geen volledig geslachtsorgaan bezat, mocht niet deelnemen aan
de eredienst in de synagoge. De Islam kent soortgelijke verboden,
en voor kort kon een blinde de priesterwijding niet ontvangen.
De fixatie van Reve op het kaalworden in DE AVONDEN tóen, heeft
zich nu ontwikkeld tot een obsessie. De wereld staat op het punt
te vergaan, de eindstrijd is nabij, en de heilige stad Rome kan
alleen verdedigd worden door de twaalf maal twaalfduizend jonge
zwarten die bereid zijn de wapens op te nemen.
Gekoppeld aan de voortdurend herhaalde bezweringsformules, heeft
het evocatieve vermogen waarover de schrijver altijd al beschikte
hem thans tot de top van zijn kunnen gevoerd.
Aan de hand van twee korte passages wordt dit duidelijk.
Opgeroepen wordt de moeder, opgeroepen wordt de zoon. Bij de zoon
dwingen de fantasieën van Treger de lezer onvermijdelijk in de
richting van het onanistisch-sexuele. Het religieuze krijgt een
uitgesproken erotisch karakter. De plechtstatige, soms bijbelse
taal, naadloos afgewisseld door platvloerse cliché's, geven deze
tekst het onvergetelijke karakter. Eenmaal gelezen, laten deze
het geheugen niet meer los.
De beste passages uit BEZORGDE OUDERS sluiten aan bij klassieke
alinea's van Multatuli, Theo Thijssen, Nescio en het jeugdwerk van Reve zelf.
"[...]Daar viel hem een winkel op, die hij zich niet herinnerde
daar eerder te hebben opgemerkt. Uit nieuwsgierigheid bleef hij
ervoor staan. Het was een woonhuis, achter welks twee ramen van
de gelijkvloerse verdieping men een primitieve had ingericht, die
vol lag met kerstboomversieringen[...]. 'Zeker nog van vorig
jaar,' dacht Treger. Was één en ander een tijdelijke onderneming
van mensen die achter deze ramen woonden, en aan de donkere dagen
vóór Kerstmis een paar schamele guldens hoopten over te houden?
maar hoe kwam een gewoon huisgezin tegen groothandelsprijs aan
een partij van dit soort spullen? Het ergerde Treger dat hij
zich, zoals zo vaak, verdiepte in iets volstrekt onbelangrijks,
waarmede hij bovendien niets te maken had. En of hij wilde of
niet, zijn gedachten gingen hun eigen weg, en in die gedachten
was hij reeds begonnen achter beide ramen een klein drama op te
bouwen. 'Die man staat met een kraam van die spullen op de
markt,' zeide hij tot zichzelve, 'maar hij is van zijn vrouw
weggelopen, en nu staat die vrouw er alleen voor. Er was nog wat
voorraad, hier in het huis, maar die heeft hij achtergelaten, en
niet meegenomen. Zo zit het.' Zoals te verwachten viel, riep deze
voorstelling van zaken bij Treger een gevoel van deernis op. Ja,
ze was helemaal alleen, die vrouw. Of waren er ook kinderen? Eén
kind, besliste Treger. Een jongen of een meisje? 'Nee, een
zoontje, een jongen,' stelde hij vast. 'Hij is vijftien, maar hij
wordt zestien.' Tregers begaanheid met deze uit het niets
opgeroepen tragiek deed hem nu overwegen, naar binnen te gaan om
iets te kopen. 'Die jongen moet gekleed en gevoed worden, hield
hij zich voor. 'En daarbij is het een moeilijke leeftijd. Een
hele verantwoordelijkheid voor die vrouw.' Treger bekeek de in
onbeholpen schrift met groene inkt op stukjes karton vermelde
prijzen, maar niets van het uitgestalde geleek hem ook maar iets
goedkoper dan elders. Hij betreurde dit, maar was er ook blij om.
'Iemand helpen, dat is heel goed,' dacht hij, maar het moet in
het reële blijven.'[...] Was die vijftienjarige zoon niet
verdorven? Neen, niet door de welvaart, want hij en zijn moeder
waren gelukkig heel arm, maar wel door het slechte voorbeeld van
zijn zich aan wangedrag overgevende leeftijdgenootjes uit
welgestelde gezinnen - waar die jongen, God betere het, nog
tegenop keek ook - die een slechte invloed op hem uitoefenden
door het bezigen van onkuise taal, en die hem verleidden tot niet
nader te noemen handelingen, die zijn geestelijk welzijn zowel
als de gezondheid van zijn jonge, opgroeiende lichaam bedreigden.
'Een harde hand, voor zijn eigen bestwil, die kan misschien nog
iets ten goede uitrichten,' dach Treger. 'Voor het te laat is.'
Hij hoorde nu in zijn verbeelding duidelijk de klagende stem van
de moeder, die hem vertelde hoe ze uit vlekken in lakens en
ondergoed haar verdenking bevestigd had gevonden, volgens welke
zoonlief in het geheim ontucht met zichzelve bedreef."
Het verschil met DE AVONDEN is te groot om een vergelijking te
rechtvaardigen: in DE AVONDEN was de schrijver in aanraking
gekomen met het milieu van de jonge gymnasiast, en zo ontstond
een zucht tot rebellie tegen de burgerlijkheid van zijn ouders,
terwijl de hoofdpersoon in BEZORGDE OUDERS gedesillusioneerd is
omdat het leven niet datgene heeft gebracht waar hij in zijn
grootheidsfantasieën op had gehoopt. De schrijver Treger, die
leeft van toneelvertalingen en een enkele publicatie, is
onmiddellijk herkenbaar als de schrijver Gerard Reve. Treger is
géén anagram van Egters, de hoofdpersoon van DE AVONDEN, maar
moet geassocieerd worden met Tijger, de vriend van Gerard Reve,
met wie hij een gelukkige en stabiele verhouding heeft gehad
gedurende een deel van de zestiger en een kleiner deel van de
zeventiger jaren.
De lokatie van BEZORGDE OUDERS is de Plantage,
eens een deftige Joodse buurt, na de oorlog in verval geraakt.
Reve heeft daar gewoond vanaf het midden der zestiger jaren tot
1970. Het is daarom aannemelijk dat die ene winterdag waarop het
verhaal zich afspeelt, valt in de decembermaand van 1969.
Sinds zijn laatste succesvolle publicatie in 1968, VEERTIEN ETSEN
VAN FRANS LODEWIJK PANNEKOEK VOOR ARBEIDERS VERKLAARD (1968), was
Reve in een impasse geraakt, die hij pas heeft overwonnen na het
uitgeven van de bundeling VIER PLEIDOOIEN (1971).
Deze impasse is belangrijk in het leven van de hoofdpersoon van
BEZORGDE OUDERS. De lezer maakt een dag mee uit het leven van de
even goedmoedige als drankzuchtige Treger. Begaan met het lot van
de wereld, en bezig EEN ZANGLIED voor alle mensen te schrijven,
stelt hij mooie regels samen, maar als hij deze aaneen wil
voegen, blijkt hij ze grotendeels niet te hebben opgeschreven, en
zijn ze weer uit zijn benevelde brein weggevaagd. Als vertaler
van toneelteksten verdient hij redelijk zijn brood, zodat hij met
Eenhoorn, die zonder enig succes studeert, in fatsoenlijke
armoede kan leven. Ook dit is een greep uit de werkelijkheid,
want tijdens de impasse waarin Gerard creatief verkeerde aan het
einde van de zestiger en het begin van de zeventiger jaren heeft
hij unieke toneelvertalingen gemaakt die steeds leesbaar en
prachtig speelbaar zijn gebleven. Ook zijn beste gedichten,
onlangs verzameld (1987), zijn in die tijd ontstaan, zodat men
zich tegelijk moet afvragen of die creatieve impasse wel zo'n
grote impasse is geweest, zij het dat de schrijver die stellig
als zodanig heeft ervaren.
Het hele werk van de thans 65-jarige
auteur overziende, blijkt de beschreven periode achteraf bezien
een gelukkige, produktieve en veelbelovende tijd, een zonnige
luwte in zijn middenperiode. Hierop volgde een uitbarsting van
creativiteit, waardoor kort na elkaar konden verschijnen: DE TAAL
DER LIEFDE, LIEVE JONGENS, HET LIEVE LEVEN en EEN CIRCUSJONGEN.
Na de publicatie van EEN CIRCUSJONGEN (1975) leek het erop dat
Reve ondanks zijn geregelde publicaties een deel van zijn
scheppingskracht had verloren.
Treger slaagt er niet in Het Zanglied te schrijven, en hij vraagt
zich af waarom er in zijn samenleven met Eenhorn zo weinig tot
stand komt. Eenhoorn/Tijger slaagde er nooit in af te studeren,
Treger/Reve slaagde er nooit in om zijn geliefde sexueel in zijn
fantasieën in te passen. Het interieur dat Treger beschrijft van
de woning waarin hij met zijn koosnaampje Luipaard samenwoont met
zijn vriend Eenhoorn, is het interieur dat bekend is bij Reve's
oude vrienden. Het is het interieur van de vijftiger en zestiger
jaren, dat spoorloos uit het leven ven Gerard Reve is verdwenen
toen andere partners in dat leven hun intrede hadden gedaan. Dat
interieur van die twee decennia die voorafgingen aan het
schrijven van DE TAAL DER LIEFDE was wel heel karakteristiek, en
onvergetelijk voor diegenen die het hebben gezien. Het was
namelijk zo armoedig dat er iets veiligs en genoegelijks vanuit
ging. Goedkope en smakeloze rotzooi, veilingkistjes als
meubilair. Bokking, - de zalm der armen - werd gedeeld en
gezamenlijk gegeten van een krant. Oude lappen, de hemel mag
weten waarvandaan, fungeerden als bedgordijn.
Deze dingen maken
dit boek wel tot een boek voor ingewijden. Ingewijd echter zijn
niet alleen de lezers die Reve persoonlijk hebben gekend, het
zijn allen die het werk van Reve van de eerste tot de laatste
letter gelezen hebben. Uit de kritieken in dag- en weekbladen is
gebleken dat maar weinig critici daarop kunnen bogen. De
onaangevochten erkenning van DE AVONDEN, zij het dat deze lang op
zich heeft laten wachten, wordt nu gespiegeld in een vrij
algemene afwijzing door de kritiek van BEZORGDE OUDERS. BEZORGDE
OUDERS kan gesteld worden naast de scheppingen van de monologue
intérieur uit de jaren voor de tweede wereldoorlog, in het
bijzonder de roman Ulysses van James Joyce, ook een stadsroman
die zich in één etmaal afspeelt.
De zonbeschenen luwte van zijn middenperiode ervoer Reve als
een impasse. Achteraf bleek het een stilte voor de storm, een
oase van rust en voorbereiding, en een stabiele tijd in Reve's
liefdesleven. Nu, met de verschijning van BEZORGDE OUDERS, is de
situatie andersom: Reve is opnieuw in een stabiele, gelukkige en
produktieve periode aangeland, en het boek is een hoogst
artistieke klaagzang om de verloren liefde van weleer. BEZORGDE
OUDERS is een meesterwerk uit de nabloei van onze volksschrijver,
die in alles verwijst naar zijn gelukkige dagen met Tijger.
Gelukkig zijn ook degenen die dat zien, en ervan meegenieten.
---
bewijs van verzending/ontvangst PAROOL systeem:
Capture-file 890221.LOG opened at 15:45:13.
ATEX SYSTEEM - PERSCOMBINATIE AMSTERDAM HEEFT MC5215442-MICRO
-USR ONTVANGEN.
Ik heb geen flauw idee. Ik antwoord: "Ik zal het straks thuis opzoeken! Ik heb nog nooit wat van Joyce gelezen trouwens."
Het gaat, licht Tom toe, om noot 369 op pagina 317 van "Brieven van een Aardappeleter", bezorgd door Nop Maas.
Thuis zoek ik het op en ik blijk de tekst nog te hebben, inclusief het bevestigingsbericht van de server van Het Parool. Matthijs van Nieuwkerk, een hele jonge hyperactieve man was daar onze chef. We zijn een keer op de redactie geweest en daar droeg Matthijs een baseballpet met Batman-logo.
We schreven het artikel in onze vaste werkkamer in het Arnhemse Rijnhotel. We hadden het boek allebei gelezen, aantekeningen gemaakt maar we hadden er nog niet samen over gesproken. De dag in het hotel was grotendeels omgevlogen zonder dat er veel uit onze handen was gekomen. Eerst koffie op de kamer, dan een lome lunch in het restaurant, terug op de kamer een poosje doen alsof de wereld tijdloos is.
Maar de deadline voor inleveren was die namiddag en op een gegeven moment werd Johan klaarwakker. Ik moest voor de computer gaan zitten (een groot zwaar plastic ding met een naar de maatstaven van nu reusachtig toetsenbord), Johan ging ijsberen en zonder aarzeling en zonder een aantekening erbij te pakken dicteerde hij met zijn kalme bas-stem het volledige artikel. Of hij het al eerder had geschreven en uit zijn hoofd kende of dat de tekst zich vormde terwijl hij sprak, ik wist het niet maar tikte als een bezetene om hem bij te houden en keek tussen de regels verbaasd en blij naar hem. Wat een wonder van een man.
Ik weet niet meer of we het nog hebben uitgeprint om te corrigeren, maar ik denk het niet. Met een draagbaar telefoonmodem dat ik altijd bij me had verzond ik het naar de redactie.
Het was nog geen vier uur. De rest van de dag hadden we weer vrij, denk ik, maar dat zou ik in de brieven uit die tijd moeten opzoeken. Tegen de avond pakten we alles in en wandelden we naar het station waar Johan de trein naar Amsterdam pakte, als het even kon een oude internationale trein die minder vaak zou stoppen en waarvoor moest worden bijbetaald.
Hier is de tekst. Nop Maas heeft het in zijn voetnoot zo bondig geprobeerd te zeggen dat het niet meer helemaal juist is wat hij Johan toeschrijft, maar wat maakt dat uit.
Gerard Reve schreef trouwens even later een licht venijnige brief aan Matthijs van Nieuwkerk. We hadden Bezorgde ouders de laatste roman van Reve genoemd, maar hij was nog lang niet klaar met schrijven en we hadden het daarom volgens Reven beter de meest recente roman kunnen noemen. Daar had hij wel een punt. Johan wilde die brief graag hebben voor zijn verzameling, maar Van Nieuwkerk hield hem zelf ook graag.
KLAAGZANG OM TIJGER
Bijna elke recensent denkt - het is gebleken uit hun besprekingen
- dat Reve's laatste roman BEZORGDE OUDERS zijn uitgangspunt
vindt in zijn debuut, DE AVONDEN. De tekst op de achterkant van
het boek, vermoedelijk door de auteur zelf geschreven, dwingt de
lezer zelfs in die richting. Het is echter de vraag of Reve met
deze verwijzing niet een dwaalspoor heeft uitgezet. Als de roman
BEZORGDE OUDERS verwijst naar een vroegere roman, dan naar
WERTHER NIELAND (1951). In beide geschriften gaat het erom de
dreigende werkelijkheid onschadelijk te maken door een bezwerend
ritueel. In WERTHER NIELAND is sprake van het stichten van
geheime clubs en van planten die gemarteld moeten worden. In
BEZORGDE OUDERS poogt Treger de telkens opkomende angst te
verdrijven door martelfantasieën, nu gericht op jonge jongens.
Het verschil met WERTHER NIELAND is tweeledig: de wijn die zo'n
overmatige plaats inneemt in de gang van het verhaal van BEZORGDE
OUDERS is in WERTHER NIELAND afwezig, en van de openlijk bedreven
solosex is in de vroege romans bijna niets te vinden.
In de zestiger jaren is Reve toegetreden tot de Rooms-Katholieke
kerk, zij het dat hij altijd een wat aparte bekeerling is
gebleven. Vóór zijn bekering was van de verering voor Maria geen
spoor te vinden, daarna krijgt de moederfiguur een prominente
plaats in het werk.
Opvallend is nu de scheiding tussen goed en kwaad, tussen
diegenen die de Moeder vereren, en diegenen die dat niet doen.
Reve verdeelt de mensheid in blank en zwart, katholiek en
niet-katholiek, gezond en suikerziek. Het is niet opportuun in
dit geval van racisme te spreken, want de schrijver ís geen
racist. Op zijn hoogst zou je wensen dat hij wat meer
omzichtigheid had betracht met bij aanbrengen van dit motief -
blank en zwart - in zijn werk. Reve is geïntrigeerd door het
verschil tussen onze beschaving en een andere beschaving die
vitaler is en sterker driftgericht. Het onderscheid tussen
katholiek en niet-katholiek is van eenzelfde aard: de katholieken
vormen in deze fantasiewereld één familie die goed is, en elkaar
herkent, de niet-katholieken zijn buitenstaanders en daardoor
eerder geneigd tot het kwade. De suikerziekte die in de
bezwerende zinswendingen van de schrijver veel gewicht krijgt,
staat niet in verband met angst voor deze aandoening, maar met de
rituele opvatting dat een zieke onrein is, en dientengevolge geen
actieve of zelfs maar passieve rol kan spelen in de eredienst.
Voldoende voorbeelden hiervan zijn overgeleverd uit de oudheid en
de moderne tijd. Zelfs een licht beschadigd lichaam gold in de
griekse oudheid als onrein. Een gesnedene, dat wil zeggen een man
die geen volledig geslachtsorgaan bezat, mocht niet deelnemen aan
de eredienst in de synagoge. De Islam kent soortgelijke verboden,
en voor kort kon een blinde de priesterwijding niet ontvangen.
De fixatie van Reve op het kaalworden in DE AVONDEN tóen, heeft
zich nu ontwikkeld tot een obsessie. De wereld staat op het punt
te vergaan, de eindstrijd is nabij, en de heilige stad Rome kan
alleen verdedigd worden door de twaalf maal twaalfduizend jonge
zwarten die bereid zijn de wapens op te nemen.
Gekoppeld aan de voortdurend herhaalde bezweringsformules, heeft
het evocatieve vermogen waarover de schrijver altijd al beschikte
hem thans tot de top van zijn kunnen gevoerd.
Aan de hand van twee korte passages wordt dit duidelijk.
Opgeroepen wordt de moeder, opgeroepen wordt de zoon. Bij de zoon
dwingen de fantasieën van Treger de lezer onvermijdelijk in de
richting van het onanistisch-sexuele. Het religieuze krijgt een
uitgesproken erotisch karakter. De plechtstatige, soms bijbelse
taal, naadloos afgewisseld door platvloerse cliché's, geven deze
tekst het onvergetelijke karakter. Eenmaal gelezen, laten deze
het geheugen niet meer los.
De beste passages uit BEZORGDE OUDERS sluiten aan bij klassieke
alinea's van Multatuli, Theo Thijssen, Nescio en het jeugdwerk van Reve zelf.
"[...]Daar viel hem een winkel op, die hij zich niet herinnerde
daar eerder te hebben opgemerkt. Uit nieuwsgierigheid bleef hij
ervoor staan. Het was een woonhuis, achter welks twee ramen van
de gelijkvloerse verdieping men een primitieve had ingericht, die
vol lag met kerstboomversieringen[...]. 'Zeker nog van vorig
jaar,' dacht Treger. Was één en ander een tijdelijke onderneming
van mensen die achter deze ramen woonden, en aan de donkere dagen
vóór Kerstmis een paar schamele guldens hoopten over te houden?
maar hoe kwam een gewoon huisgezin tegen groothandelsprijs aan
een partij van dit soort spullen? Het ergerde Treger dat hij
zich, zoals zo vaak, verdiepte in iets volstrekt onbelangrijks,
waarmede hij bovendien niets te maken had. En of hij wilde of
niet, zijn gedachten gingen hun eigen weg, en in die gedachten
was hij reeds begonnen achter beide ramen een klein drama op te
bouwen. 'Die man staat met een kraam van die spullen op de
markt,' zeide hij tot zichzelve, 'maar hij is van zijn vrouw
weggelopen, en nu staat die vrouw er alleen voor. Er was nog wat
voorraad, hier in het huis, maar die heeft hij achtergelaten, en
niet meegenomen. Zo zit het.' Zoals te verwachten viel, riep deze
voorstelling van zaken bij Treger een gevoel van deernis op. Ja,
ze was helemaal alleen, die vrouw. Of waren er ook kinderen? Eén
kind, besliste Treger. Een jongen of een meisje? 'Nee, een
zoontje, een jongen,' stelde hij vast. 'Hij is vijftien, maar hij
wordt zestien.' Tregers begaanheid met deze uit het niets
opgeroepen tragiek deed hem nu overwegen, naar binnen te gaan om
iets te kopen. 'Die jongen moet gekleed en gevoed worden, hield
hij zich voor. 'En daarbij is het een moeilijke leeftijd. Een
hele verantwoordelijkheid voor die vrouw.' Treger bekeek de in
onbeholpen schrift met groene inkt op stukjes karton vermelde
prijzen, maar niets van het uitgestalde geleek hem ook maar iets
goedkoper dan elders. Hij betreurde dit, maar was er ook blij om.
'Iemand helpen, dat is heel goed,' dacht hij, maar het moet in
het reële blijven.'[...] Was die vijftienjarige zoon niet
verdorven? Neen, niet door de welvaart, want hij en zijn moeder
waren gelukkig heel arm, maar wel door het slechte voorbeeld van
zijn zich aan wangedrag overgevende leeftijdgenootjes uit
welgestelde gezinnen - waar die jongen, God betere het, nog
tegenop keek ook - die een slechte invloed op hem uitoefenden
door het bezigen van onkuise taal, en die hem verleidden tot niet
nader te noemen handelingen, die zijn geestelijk welzijn zowel
als de gezondheid van zijn jonge, opgroeiende lichaam bedreigden.
'Een harde hand, voor zijn eigen bestwil, die kan misschien nog
iets ten goede uitrichten,' dach Treger. 'Voor het te laat is.'
Hij hoorde nu in zijn verbeelding duidelijk de klagende stem van
de moeder, die hem vertelde hoe ze uit vlekken in lakens en
ondergoed haar verdenking bevestigd had gevonden, volgens welke
zoonlief in het geheim ontucht met zichzelve bedreef."
Het verschil met DE AVONDEN is te groot om een vergelijking te
rechtvaardigen: in DE AVONDEN was de schrijver in aanraking
gekomen met het milieu van de jonge gymnasiast, en zo ontstond
een zucht tot rebellie tegen de burgerlijkheid van zijn ouders,
terwijl de hoofdpersoon in BEZORGDE OUDERS gedesillusioneerd is
omdat het leven niet datgene heeft gebracht waar hij in zijn
grootheidsfantasieën op had gehoopt. De schrijver Treger, die
leeft van toneelvertalingen en een enkele publicatie, is
onmiddellijk herkenbaar als de schrijver Gerard Reve. Treger is
géén anagram van Egters, de hoofdpersoon van DE AVONDEN, maar
moet geassocieerd worden met Tijger, de vriend van Gerard Reve,
met wie hij een gelukkige en stabiele verhouding heeft gehad
gedurende een deel van de zestiger en een kleiner deel van de
zeventiger jaren.
De lokatie van BEZORGDE OUDERS is de Plantage,
eens een deftige Joodse buurt, na de oorlog in verval geraakt.
Reve heeft daar gewoond vanaf het midden der zestiger jaren tot
1970. Het is daarom aannemelijk dat die ene winterdag waarop het
verhaal zich afspeelt, valt in de decembermaand van 1969.
Sinds zijn laatste succesvolle publicatie in 1968, VEERTIEN ETSEN
VAN FRANS LODEWIJK PANNEKOEK VOOR ARBEIDERS VERKLAARD (1968), was
Reve in een impasse geraakt, die hij pas heeft overwonnen na het
uitgeven van de bundeling VIER PLEIDOOIEN (1971).
Deze impasse is belangrijk in het leven van de hoofdpersoon van
BEZORGDE OUDERS. De lezer maakt een dag mee uit het leven van de
even goedmoedige als drankzuchtige Treger. Begaan met het lot van
de wereld, en bezig EEN ZANGLIED voor alle mensen te schrijven,
stelt hij mooie regels samen, maar als hij deze aaneen wil
voegen, blijkt hij ze grotendeels niet te hebben opgeschreven, en
zijn ze weer uit zijn benevelde brein weggevaagd. Als vertaler
van toneelteksten verdient hij redelijk zijn brood, zodat hij met
Eenhoorn, die zonder enig succes studeert, in fatsoenlijke
armoede kan leven. Ook dit is een greep uit de werkelijkheid,
want tijdens de impasse waarin Gerard creatief verkeerde aan het
einde van de zestiger en het begin van de zeventiger jaren heeft
hij unieke toneelvertalingen gemaakt die steeds leesbaar en
prachtig speelbaar zijn gebleven. Ook zijn beste gedichten,
onlangs verzameld (1987), zijn in die tijd ontstaan, zodat men
zich tegelijk moet afvragen of die creatieve impasse wel zo'n
grote impasse is geweest, zij het dat de schrijver die stellig
als zodanig heeft ervaren.
Het hele werk van de thans 65-jarige
auteur overziende, blijkt de beschreven periode achteraf bezien
een gelukkige, produktieve en veelbelovende tijd, een zonnige
luwte in zijn middenperiode. Hierop volgde een uitbarsting van
creativiteit, waardoor kort na elkaar konden verschijnen: DE TAAL
DER LIEFDE, LIEVE JONGENS, HET LIEVE LEVEN en EEN CIRCUSJONGEN.
Na de publicatie van EEN CIRCUSJONGEN (1975) leek het erop dat
Reve ondanks zijn geregelde publicaties een deel van zijn
scheppingskracht had verloren.
Treger slaagt er niet in Het Zanglied te schrijven, en hij vraagt
zich af waarom er in zijn samenleven met Eenhorn zo weinig tot
stand komt. Eenhoorn/Tijger slaagde er nooit in af te studeren,
Treger/Reve slaagde er nooit in om zijn geliefde sexueel in zijn
fantasieën in te passen. Het interieur dat Treger beschrijft van
de woning waarin hij met zijn koosnaampje Luipaard samenwoont met
zijn vriend Eenhoorn, is het interieur dat bekend is bij Reve's
oude vrienden. Het is het interieur van de vijftiger en zestiger
jaren, dat spoorloos uit het leven ven Gerard Reve is verdwenen
toen andere partners in dat leven hun intrede hadden gedaan. Dat
interieur van die twee decennia die voorafgingen aan het
schrijven van DE TAAL DER LIEFDE was wel heel karakteristiek, en
onvergetelijk voor diegenen die het hebben gezien. Het was
namelijk zo armoedig dat er iets veiligs en genoegelijks vanuit
ging. Goedkope en smakeloze rotzooi, veilingkistjes als
meubilair. Bokking, - de zalm der armen - werd gedeeld en
gezamenlijk gegeten van een krant. Oude lappen, de hemel mag
weten waarvandaan, fungeerden als bedgordijn.
Deze dingen maken
dit boek wel tot een boek voor ingewijden. Ingewijd echter zijn
niet alleen de lezers die Reve persoonlijk hebben gekend, het
zijn allen die het werk van Reve van de eerste tot de laatste
letter gelezen hebben. Uit de kritieken in dag- en weekbladen is
gebleken dat maar weinig critici daarop kunnen bogen. De
onaangevochten erkenning van DE AVONDEN, zij het dat deze lang op
zich heeft laten wachten, wordt nu gespiegeld in een vrij
algemene afwijzing door de kritiek van BEZORGDE OUDERS. BEZORGDE
OUDERS kan gesteld worden naast de scheppingen van de monologue
intérieur uit de jaren voor de tweede wereldoorlog, in het
bijzonder de roman Ulysses van James Joyce, ook een stadsroman
die zich in één etmaal afspeelt.
De zonbeschenen luwte van zijn middenperiode ervoer Reve als
een impasse. Achteraf bleek het een stilte voor de storm, een
oase van rust en voorbereiding, en een stabiele tijd in Reve's
liefdesleven. Nu, met de verschijning van BEZORGDE OUDERS, is de
situatie andersom: Reve is opnieuw in een stabiele, gelukkige en
produktieve periode aangeland, en het boek is een hoogst
artistieke klaagzang om de verloren liefde van weleer. BEZORGDE
OUDERS is een meesterwerk uit de nabloei van onze volksschrijver,
die in alles verwijst naar zijn gelukkige dagen met Tijger.
Gelukkig zijn ook degenen die dat zien, en ervan meegenieten.
---
bewijs van verzending/ontvangst PAROOL systeem:
Capture-file 890221.LOG opened at 15:45:13.
ATEX SYSTEEM - PERSCOMBINATIE AMSTERDAM HEEFT MC5215442-MICRO
-USR ONTVANGEN.
Reacties