Tuurtje van de buren
Sinds een maand of twee waren z'n ouders begonnen hem Arthur te noemen en vooral zijn vader, die altijd al wat bijterig was geweest, had het er steeds vaker over dat het tijd was dat Arthur zijn eigen boontjes ging doppen, een nest beginnen in een ander huis. Tuurtje zelf zag het anders. Ja, hij was groot voor zijn leeftijd, bijna zo groot als zijn vader maar zijn kindertijd was nog lang niet voorbij. Dat zal je toch zeker zelf wel voelen?
Nu ook zijn moeder afstandelijk tegen hem deed en nooit meer vroeg wanneer hij weer thuis zou komen als hij hun holletje verliet, werd hij zelf ook onverschilliger, bleef langer weg en kroop langs buizen en door gaten waar ze hem nooit zouden vinden als ze toch ongerust werden en hem zouden zoeken. Zo vond hij de doorgang naar de bovenburen, waar muizen woonden die heel anders roken, muizen waar zijn ouders niets mee te maken wilden hebben. Dat zou wat zijn, als hij straks terugkwam en ze aan hem konden zien en ruiken dat hij verder was gegaan dan de wereld die zij kenden.
De geur was wel anders maar zo vaag, alsof ze waren vertrokken. En inderdaad, er was niemand thuis, het hol van de buren was onbewoond. Waren ze opgehaald of uit zichzelf weggegaan? Nergens een zieke, geen spoor van buikkramp, alles verlaten en eten genoeg in verschillende verstopplekjes.
Ha, hij zou hier blijven. Ze zouden hem nu toch wel missen en veel over hem praten, benieuwd zijn wat hij had te vertellen, maar van hem gingen ze niets horen, wel van anderen, "we hebben jullie Tuurtje nog gezien! Wat woont die mooi! Niet te weinig."
Het was niet nodig er op uit te gaan voorlopig, gewoon wat eten van de voorraad en lekker slapen.
Ach, nog even op onderzoek uit, ik ben er nu toch, kijk een kast vol pannen. Waar veel pannen zijn wordt uitgebreid gekookt en waar wordt gekookt, vallen kruimels door de kieren.
En hup daar is al een stukje kaa...
Nu ook zijn moeder afstandelijk tegen hem deed en nooit meer vroeg wanneer hij weer thuis zou komen als hij hun holletje verliet, werd hij zelf ook onverschilliger, bleef langer weg en kroop langs buizen en door gaten waar ze hem nooit zouden vinden als ze toch ongerust werden en hem zouden zoeken. Zo vond hij de doorgang naar de bovenburen, waar muizen woonden die heel anders roken, muizen waar zijn ouders niets mee te maken wilden hebben. Dat zou wat zijn, als hij straks terugkwam en ze aan hem konden zien en ruiken dat hij verder was gegaan dan de wereld die zij kenden.
De geur was wel anders maar zo vaag, alsof ze waren vertrokken. En inderdaad, er was niemand thuis, het hol van de buren was onbewoond. Waren ze opgehaald of uit zichzelf weggegaan? Nergens een zieke, geen spoor van buikkramp, alles verlaten en eten genoeg in verschillende verstopplekjes.
Ha, hij zou hier blijven. Ze zouden hem nu toch wel missen en veel over hem praten, benieuwd zijn wat hij had te vertellen, maar van hem gingen ze niets horen, wel van anderen, "we hebben jullie Tuurtje nog gezien! Wat woont die mooi! Niet te weinig."
Het was niet nodig er op uit te gaan voorlopig, gewoon wat eten van de voorraad en lekker slapen.
Ach, nog even op onderzoek uit, ik ben er nu toch, kijk een kast vol pannen. Waar veel pannen zijn wordt uitgebreid gekookt en waar wordt gekookt, vallen kruimels door de kieren.
En hup daar is al een stukje kaa...
Reacties