Zes hoeden
Bijna iedereen zit al binnen op de banken van het Groene Kerkje in
Oegstgeest. Alleen oom Wim is nog buiten, in zijn kist, met zes jonge
mannen die wachten tot het tijd is om de kist naar binnen te dragen.
Er ligt een hoedenpiramide op een bankje. Wat vreemd. Ik loop er snel voorbij, de kerk in, maar draai me dan toch om en loop weer naar buiten. Ik vraag aan een oudere heer, die zijn hoed op heeft, of ik een foto mag maken, of er nog tijd voor is.
Waarom liggen die hoeden zo, vraag ik aan de man. "Dat doen we altijd," legt hij uit, "tenminste wel als er zes hoeden zijn." Dat verbaast me. Bedoelt hij dat ze het anders doen als er vijf hoeden zijn of vier? Zou er een ander patroon zijn voor die situaties? "Wat bijzonder..." zeg ik. "Het is ook ter bescherming," vertelt hij nog, "we hebben het wel over honderd Euro. Per hoed!"
Ik loop naar binnen en ga zitten. Er klinkt muziek en de zes jonge mannen die zo te zien precies even groot zijn dragen de kist van mijn oom Wim, de bedachtzame wiskundeleraar, op hun schouders, hun armen strak omlaag.
Ik ben vergeten te kijken of ze hun hoed vast houden.
Er ligt een hoedenpiramide op een bankje. Wat vreemd. Ik loop er snel voorbij, de kerk in, maar draai me dan toch om en loop weer naar buiten. Ik vraag aan een oudere heer, die zijn hoed op heeft, of ik een foto mag maken, of er nog tijd voor is.
Waarom liggen die hoeden zo, vraag ik aan de man. "Dat doen we altijd," legt hij uit, "tenminste wel als er zes hoeden zijn." Dat verbaast me. Bedoelt hij dat ze het anders doen als er vijf hoeden zijn of vier? Zou er een ander patroon zijn voor die situaties? "Wat bijzonder..." zeg ik. "Het is ook ter bescherming," vertelt hij nog, "we hebben het wel over honderd Euro. Per hoed!"
Ik loop naar binnen en ga zitten. Er klinkt muziek en de zes jonge mannen die zo te zien precies even groot zijn dragen de kist van mijn oom Wim, de bedachtzame wiskundeleraar, op hun schouders, hun armen strak omlaag.
Ik ben vergeten te kijken of ze hun hoed vast houden.
Reacties