Frederik
Ik kan me enorm aan hem ergeren maar voel me dan betrapt, want wie weet erger ik me aan dingen die me aan mezelf doen denken. Vanochtend kreeg hij een auto te leen van de garage. Een klein auto'tje, een soort vierpersoons broodtrommel. Het ding een auto noemen is al een beetje belachelijk, maar hij noemt het consequent een wagen. Gedragen uitgesproken, met een lange a, alsof het een slee met zes deuren is.
Zo spreekt hij. Plechtige woorden voor alledaagse dingen. Hij vertelde me eens over zijn kleuteropleiding, waar hij een bijzonder contact had met Theo, het schoolhoofd. Een voormalige Jezuïet die was uitgetreden en daarna in het onderwijs was gegaan. Jong blijven, met de jeugd omgaan. Pas later realiseerde ik me dat hij had verteld over zijn kleuterschooltijd. Was hij echt zo'n vroegwijs ventje die bij de sigaren rokende directeur op een stoel klom en luisterde naar diens bassende stem, twee dromers bij elkaar?
Plezier heeft hij wel met die rollende broodtrommel. Liefst zet hij de stoel zo ver mogelijk naar voren en haalt grijnzend grote auto's in, auto's die zich aan de maximum snelheid houden. Hij parkeert aan de gracht voor zijn huis, rijdt de "wagen" secuur tot aan de kadewand alsof zijn achterbumper anders nog op de straat zou uitsteken en klapt na het uitstappen een voor een de achteruitkijkspiegels naar binnen. Dan zie ik hem naar de overkant lopen. Met de sleutel in z'n hand sluit hij op afstand de portieren en daarna steekt hij weer over om met de hand te testen of de deuren echt op slot zitten.
Als ik hem een stomp geef omdat ik me voor 'm geneer, lacht hij me uit. "Wie denk je dat je slaat?" zegt hij, "Niemand ziet me! Er zit een ik in Frederik."
Reacties